Allogamie of kruisbestuiving is de bevruchting van een eicel van een individu met de spermatozoa van een ander individu. Autogamie is daarentegen de term die wordt gebruikt voor zelfbevruchting. Bij mensen is de bevruchting een geval van allogamie. Zelfbemesting komt voor in hermafroditische organismen waar de twee gameten die in bevruchting worden gesmolten van hetzelfde individu komen. Dit komt vaak voor bij planten (zie seksuele voortplanting in planten) en bij bepaalde protozoën.
in planten wordt allogamie specifiek gebruikt voor het gebruik van stuifmeel van een plant om de bloem van een andere plant te bevruchten en is meestal synoniem met de term “kruisbestuiving” of “kruisbestuiving” (outcrossing), hoewel de laatste term meer specifiek kan worden gebruikt om stuifmeeluitwisseling tussen verschillende plantenstammen of zelfs verschillende plantensoorten (waarbij de term kruishybridisatie kan worden gebruikt) te betekenen in plaats van simpelweg tussen verschillende individuen.
parasieten met complexe levenscycli kunnen door afwisselende stadia van allogame en autogame reproductie gaan, en de beschrijving van een tot nu toe onbekende allogame fase kan een significante bevinding zijn met implicaties voor de ziekte bij de mens.