Drogo was een kind van de Vlaamse adel. Zijn moeder stierf toen hij geboren werd. Hij leerde de reden van haar dood, en het maakte een emotionele impact op hem. Hij hield zichzelf verantwoordelijk. Later in zijn leven, ging hij naar extreme boetedoeningen, misschien om zijn schuld te verlichten. Drogo werd wees toen hij een tiener was.Op achttienjarige leeftijd ontdeed hij zich van al zijn bezittingen en werd hij een boetvaardige Pelgrim. Als pelgrim reisde hij ongeveer negen of tien keer naar Rome. Hij werd een herder voor ongeveer zes jaar, werken in Sebourg, in de buurt van Valenciennes, waar hij werkte voor een vrouw genaamd Elizabeth de l ‘ Haire.Naar verluidt was Drogo in staat om te biloceren, om zijn werkelijke aanwezigheid op twee totaal verschillende plaatsen tegelijkertijd te handhaven. Getuigen beweerden dat ze Drogo gelijktijdig in het veld zagen werken en elke zondag naar de mis gingen.Tijdens een pelgrimstocht werd hij getroffen door een lelijke lichamelijke aandoening. Hij werd zo vreselijk misvormd dat hij de stedelingen bang maakte. In zijn twintiger jaren werd een cel voor hem gebouwd om de lokale burgers van het dorp te beschermen tegen zijn verschijning. Omdat hij zo heilig was, werd zijn cel aan zijn kerk bevestigd. Drogo blijft in zijn cel zonder enig menselijk contact, met uitzondering van een klein venster waarin hij de Eucharistie ontvangt en zijn voedsel verkrijgt. Hij bleef er voor de rest van zijn leven, nog ongeveer veertig jaar, en overleefde alleen op gerst, water en de Heilige Eucharistie.