4. f. overdracht van de christelijke leer in de catechese. Kinderen gaan naar de leer.
5. f. praten gericht aan de mensen, het uitleggen van de christelijke leer.
6. f. p. us. Groep mensen die met de predikers door de straten gingen naar de plaats waar het gesprek zou worden gehouden. De leer gaat door deze straat.
7. f. in Amerika, kerkelijk district geserveerd door een priester uitdrukkelijk benoemd om de inheemse bevolking te indoctrineren.
8. f.In Amerika, een dorp van pas bekeerde Indianen, toen parochiale of kapelaan nog niet was gevestigd in het.
christelijke leer
1. f. catechismus (‖onderricht van de christelijke leer).
rechtsleer
1. f. jurisprudentie (conjunto set van arresten van het Hof).
gaya doctrine
1. f. p. us. gaya science.
drink iemands doctrine op een andere persoon
1. loc. werkwoord. Om zijn leer met zo ’n perfectie te leren en om met zo’ n bezit zijn gewoontes en stijl te volgen, dat de twee zichzelf lijken te zijn.
lichaam van de leer
kind van de leer