vrijwel geen neuroloog of psychiater kan zich vandaag de dag niet bewust zijn van de diagnose van het Gilles de la Tourette syndroom (GTS). Hoewel de gelijknamige beschrijving door Dr.Georges Gilles de la Tourette werd gepubliceerd in 1885, is bekendheid met dit syndroom pas onlangs bereikt. In dit artikel worden de twee meest bekende accounts van uitzonderlijke personen retrospectief gediagnosticeerd met GTS kritisch geanalyseerd: De Britse lexicograaf Samuel Johnson en de Oostenrijkse muzikant Wolfgang Amadeus Mozart. In beide gevallen zijn klinische beschrijvingen ontleend aan schriftelijke documenten van vóór de oorspronkelijke publicatie van Gilles de la Tourette. De zaak voor Samuel Johnson met GTS is sterk, voornamelijk gebaseerd op Boswell ‘ s uitgebreide biografische verslag. Johnson bleek een groot aantal tics en dwanghandelingen te hebben, waaronder onvrijwillige uitingen, herhaalde ejaculaties en echo-verschijnselen. Aan de andere kant is er indirect bewijs dat Mozart hyperactiviteit, rusteloosheid, plotselinge impulsen, vreemd motorisch gedrag, echo/palilalia, liefde voor onzin woorden, en scatologie, de laatste wordt gedocumenteerd in handtekening brieven (“coprographia”). Het bewijs dat de kernkenmerken van GTS ondersteunt, d.w.z. motorische en vocale tics, is echter nogal inconsistent. GTS lijkt dus een onwaarschijnlijke diagnose te zijn in Mozarts medische geschiedenis en volledig los te staan van zijn onbetwiste muzikale genie.