de lysocline en carbonaat compensatiediepte (CCD) zijn twee verschijnselen die de stabiliteit van calciet en aragoniet in de diepe oceaan beïnvloeden. De lysocline is de diepte waarbij de snelheid van ontbinding van calciet dramatisch begint te stijgen. Het water boven de lysocline is oververzadigd in calciet structuren (\(\ce{CaCO3}\)), maar naarmate de diepte en druk toenemen en de temperatuur afneemt, neemt de oplosbaarheid van calciet toe. Dit gaat door totdat de lysocline is bereikt. De lysocline is het punt waar er een dramatische afname (tot 90%) is in de hoeveelheid aanwezige calciet structuren, maar daaronder bevindt zich de CCD. Bij de CCD is de toevoersnelheid van calciet gelijk aan de oplossingssnelheid en wordt geen calciet meer onder deze diepte afgezet. In de Stille Oceaan is deze diepte ongeveer 45000 meter onder het oppervlak, in de Atlantische Oceaan ongeveer 6000 meter diep. Deze dramatische variatie is te wijten aan verschillen in oceaanchemie. De Stille Oceaan heeft een lagere pH en is kouder dan de Atlantische oceaan, dus zijn lysocline en CCD zijn hoger in de waterkolom omdat de oplosbaarheid van calciet toeneemt in deze omstandigheden.
daarom is oceaanverzuring zo ‘ n belangrijk probleem in de moderne oceanografie. Door onze constante verbranding van onze fossiele brandstoffen na de industriële revolutie, hebben we de hoeveelheid \(\ce{CO2}\) in onze atmosfeer drastisch verhoogd en de koolstofcyclus in wezen gekanteld. Dit kantelen van de koolstofcyclus heeft het evenwicht tussen de atmosfeer en de oceaan verstoord. Door de hoeveelheid \(\ce{CO2}\) in de atmosfeer te verhogen hebben we ook de hoeveelheid \(\ce{CO2}\) in de oceaan verhoogd. Door de \(\ce{CO2}\) in de oceaan te verhogen verhogen we de hoeveelheid aanwezige \(\ce{H^{+}}\) ionen.