vers 2, 3. En Job sprak, en zeide: Laat den dag omkomen, dien ik geboren ben. Een ijdele wens, ongetwijfeld, de vage uiting van extreme wanhoop. Dagen kunnen niet vergaan, of, in ieder geval, de ene dag kan niet meer vergaan dan de andere. Zij komen allen, en zijn dan gegaan; maar geen dag kan vergaan van het jaar, dat altijd zijn volkomenheid van driehonderd vijf en zestig dagen zal hebben, totdat de tijd niet meer zal zijn. Maar extreme wanhoop redeneert niet. Het geeft gewoon uiting aan de gedachten en wensen als ze zich voordoen. Job wist dat veel van zijn gedachten ijdel en dwaas waren, en belijdt het verderop (zie Job 6:3). En den nacht, waarin het gezegd werd, ja, die zeide. Dag en nacht zijn, beiden, verpersoonlijkt, zoals in Psalm 19: 2. Er is een man kind verwekt. Een Mankind werd in de oudheid altijd als een bijzondere zegen beschouwd, omdat het gezin zo in stand werd gehouden. Een meisje ging in een andere familie.
Parallel Commentaar …
En
וַיַּ֥עַן (weg·ya·’an)
Verbindingswoord waw | Werkwoord – Qal – Opeenvolgende imperfect – derde persoon mannelijk enkelvoud
Strong’ s Hebrew 6030: om Te beantwoorden, te reageren
אִיּ֗וֹב (‘î·yō·wḇ)
zelfstandig Naamwoord – juiste – mannelijk enkelvoud
Strong’ s Hebrew 347: Werk — een patriarch
zei:
וַיֹּאמַֽר׃ (weg·yō·mar)
Verbindingswoord waw | Werkwoord – Qal – Opeenvolgende imperfect – derde persoon mannelijk enkelvoud
Strong ‘ s Hebrew 559: Te spreken, zeggen
Job Zeide:
Job Zeide:
Taak 3:2 NIV
Taak 3:2 NLT
Taak 3:2 HTB
Taak 3:2 NASB
Taak 3:2 NBG
Taak 3:2 BibleApps.com
Taak 3:2 Biblia Paralela
Taak 3:2 Chinese Bijbel
Taak 3:2 franse Bijbel
Taak 3:2 Clyx Offertes
OT Poëzie: Taak 3:2 Job antwoordde: (Jb)