Sciencemag.org en de American Association for the Advancement of Science (AAAS) probeerde deze vraag te beantwoorden. Hoewel er veel theorieën zijn, vinden ze dat grootte nogal wat te maken heeft met de levensduur van een soort.
grotere soorten, zoals olifanten, leven in het wild veel langer dan kleinere, zoals veldmuizen. Grotere dieren hebben meestal minder roofdieren en evolueren daarom veel hartiger dan de kleine jongens. Kleinere soorten moeten snel eten, zich voortplanten en gewoon rondkomen. Daarom hebben ze de neiging om sneller “burn-out”.
dit wordt echter omgedraaid in het geval van katten Versus honden. De gemiddelde hond leeft tot ongeveer 12 jaar, terwijl de gemiddelde kat leeft tot 15 jaar. Volgens wetenschappers, dit kon gewoon betekenen dat katachtige voorouders waren beter in het vermijden van prooi dan hun hond tegenhangers, en daarom geëvolueerd met hearter lichamen.
de massale variatie van rassen binnen de honden soort lijkt ook een rol te spelen met grotere rassen met complicaties door snellere groei.
interessant is dat wilde en buitenkatten een levensduur kunnen hebben van maar 2 tot 3 jaar, waaruit blijkt dat zorg van mensen zeker een groot verschil maakt!