Saki, een van de 22 soorten boomachtige Zuid-Amerikaanse apen met lange niet-breekbare bontstaarten. De 16 soorten” echte ” sakis van het geslacht Pithecia zijn ongeveer 30-50 cm lang, exclusief de bossige, taps toelopende staart van 25-55 cm. Vrouwtjes wegen over het algemeen minder dan 2 kg en mannetjes meer dan 2 kg. Deze Saki ‘ s zijn bedekt met lang grof haar dat valt als een kap op het hoofd en een cape over de schouders.
het mannetje witkop, of bleekkop saki (Pithecia pithecia) is zwart met een witachtig gezicht rond de donkere snuit, maar het vrouwtje is grijsgrijs met een grijs gezicht en een witte streep aan weerszijden van de snuit. Verschillende andere soorten, waaronder de monnik saki (P. monachus), zijn grijzig grijs met minder verschil tussen de geslachten. Saki ‘ s zijn overdag actief en leven in monogame paren. Ze voeden zich met fruit, bladeren en vooral zaden, die ze vermalen in hun krachtige kaken. De jongen klampen zich eerst vast aan de buik van het vrouwtje en worden later op haar rug gedragen totdat ze zelfstandig kunnen reizen. Ze zijn zacht in gevangenschap, maar nerveus en moeilijk te houden.Gebaarde sakis (Chiropotes) zijn niet zo bekend als echte sakis. Elk van de zes soorten is ongeveer 40-45 cm (ongeveer 16-18 inches) lang, met uitzondering van de zwaar behaarde staart, die varieert in lengte van iets korter tot iets langer dan het lichaam. Vrouwtjes wegen gemiddeld 2,5 kg, mannetjes ongeveer 3 kg. Ze hebben dichte vachten van lang, voornamelijk zwart haar, en de staarten zijn afgerond. Op het hoofd, hun bouffant haar delen in het midden, groeit dik langs de zijkanten van het gezicht, en strekt zich uit tot een volle, zware baard. Bebaarde Saki ’s zijn dagdieren en leven in kleine groepen met verschillende individuen van beide geslachten, en hun dieet is vergelijkbaar met dat van echte Saki’ s.= = Familie = = sakis behoort tot de onderfamilie Pitheciinae van de orde primaten.