PICO DELLA MIRANDOLA, GIOVANNI° (1463-1494), een van de meest opmerkelijke figuren uit de Italiaanse Renaissance. Pico was een invloedrijk denker, een humanistische geleerde van notitie, een pionier van Oosterse studies, en de vader van Christian *Kabbala. Zijn tijdgenoten waren onder andere Elijah *Delmedigo, Flavius *Mithridates, Johanan Alemanno, Marsilio Ficino, Angelo Poliziano en Girolamo Savonarola. Delmedigo vertaalde verschillende Averroistische verhandelingen voor Pico. Mithridates onderrichtte hem in het Arabisch en Aramees (“Chaldeeuws”), en vertaalde Voor hem een aanzienlijk aantal kabbalistische geschriften; zijn vertalingen zijn bewaard gebleven en zijn de meest waarschijnlijke literaire bronnen van Pico ‘ s Christelijke Kabbala. De meest opvallende en op de lange termijn meest invloedrijke uitkomst van Pico ‘ s ontmoeting met het Joodse esoterisme zijn zijn kabbalistische stellingen “volgens zijn eigen mening” (Conclusiones cabalisticae secundum opinionem propriam), die de waarheid van de christelijke religie vanuit de fundamenten van de Joodse Kabbala wilden bevestigen. Ze zijn opgenomen onder de 900 stellingen afgeleid van alle takken van kennis die hij bood, in 1486, voor publiek debat in Rome. Het debat heeft nooit plaatsgevonden, maar de kabbalistische stellingen maakten een blijvende indruk, en kunnen echt worden beschouwd als het begin van de christelijke Kabbala markeren. Wat ze betekenen is zowel een kabbalistische interpretatie van het christendom als een christelijke interpretatie van de Kabbala. De Kabbala, die in Pico ‘ s rede over de waardigheid van de mens aan de orde kwam, wordt uitvoerig besproken in zijn Apolocia (in Commentationes, 1496), waar hij 13 van zijn stellingen verdedigde die specifiek door de kerk werden veroordeeld, waaronder de stelling dat “geen wetenschap ons meer zekerheid kan geven over de goddelijkheid van Christus dan magie en Kabbala.”De Heptaplus (1489), een zevenvoudige interpretatie van het bijbelse verslag van de schepping, toont ook kabbalistische trekken. Pico bezat vele Hebreeuwse boeken, en in zijn geschriften, met name in zijn weerlegging van de astrologie (Disputationes adversus Astrologiam Divinatricem, 1495), noemt hij verschillende joodse auteurs naast de Kabbalisten, met name Maimonides, Ibn Ezra, en Levi b. Gershom. De precieze omvang van Pico ‘ s kennis van het Hebreeuws en van zijn kennis met de Kabbala zijn nog steeds open vragen.
edities van zijn werken zijn Opera Omnia (Bazel, 1572); Opere, ed. door E. Garin, vol. 1, de hominis dignitate, Heptaplus, de Ente et uno, and Scritti vari (1942); vol. 2-3, Disputationes adversus Astrologiam Divinatricem (1946-52).Bibliografie, 1937); Christian L. Blau, Christian Interpretation of the Cabal in the Renaissance (1944); U. Cassuto, the Jews in Florence in the age of the Renaissance (1918); E. Garin, Giovanni Pico della Mirandola (It., 1937); ditto, the philosophical culture of the Italian Renaissance (1961); Ditto, Giovanni Pico della Mirandola (It., 1963); P. O. Kristeller, in: The work and thought of Giovanni Pico della Mirandola in the history of humanism, International Conference, vol. 1, “relaties” (Florence, 1965), 35-133 (de meest complete bibliografie is van Picoill 1957), 31-47 (en.); Wirszubski, in: Studies in Mysticism and Religion Presented to G. Scholem (1967), 353-62.