geïnduceerde abortus en borstkanker risico

nummer 434 (vervangt nr. 285, augustus 2003. Opnieuw bevestigd 2019)

Committee on Gynecologic Practice

dit document weerspiegelt opkomende klinische en wetenschappelijke vooruitgang vanaf de datum van uitgifte en is aan verandering onderhevig. De informatie mag niet worden uitgelegd als het dicteren van een exclusieve behandeling of procedure te volgen.

ABSTRACT: De relatie tussen geïnduceerde abortus en de daaropvolgende ontwikkeling van borstkanker is het onderwerp geweest van een aanzienlijke hoeveelheid epidemiologisch onderzoek. Vroege studies van de relatie tussen eerdere geïnduceerde abortus en risico op borstkanker waren methodologisch gebrekkig. Meer rigoureuze recente studies tonen geen causaal verband aan tussen geïnduceerde abortus en een daaropvolgende toename van het risico op borstkanker.

het verband tussen geïnduceerde abortus en de daaropvolgende ontwikkeling van borstkanker is onderwerp geweest van een aanzienlijke hoeveelheid epidemiologisch onderzoek. Vroege casestudystudies die een verband meldden tussen geïnduceerde abortus en de daaropvolgende ontwikkeling van borstkanker hadden significante methodologische problemen, met name het vertrouwen op retrospectieve rapportage van de abortusgeschiedenis. Een belangrijke methodologische overweging bij het interpreteren van het bewijs voor een verband tussen abortus en risico op borstkanker is de gevoelige aard van abortus, die de nauwkeurigheid in retrospectieve studies die gebaseerd zijn op deelnemersrapporten van het hebben van een abortus zou kunnen beïnvloeden.In tegenstelling tot retrospectieve studies concluderen prospectieve studies dat er geen verband is tussen geïnduceerde abortus en borstkanker. Een wereldwijde meta-analyse van 83.000 vrouwen onderzocht het verband tussen geïnduceerde abortus en borstkanker en vond een significant verschil tussen de totale schatting van het relatieve risico (RR) uit studies die informatie over geïnduceerde abortus prospectief hadden geregistreerd (rr, 0,93; 95% betrouwbaarheidsinterval, 0,89–0,96) en de totale schatting van RR uit studies die dergelijke informatie retrospectief hadden geregistreerd (rr, 1.11; 95% betrouwbaarheidsinterval, 1,09-1,14), wat erop wijst dat de gerapporteerde bias waarschijnlijk aanwezig was in studies waarbij gebruik werd gemaakt van retrospectieve rapportage van abortusgeschiedenis 1.In 2003 organiseerde het National Cancer Institute de Early Reproductive Events and Breast Cancer Workshop om de huidige bewijskracht van epidemiologische, klinische en dierstudies te evalueren die het verband tussen reproductive events en het risico op borstkanker aanpakken 2. De deelnemers aan de workshop concludeerden dat geïnduceerde abortus niet geassocieerd is met een verhoogd risico op borstkanker. Sinds 2003 gepubliceerde Studies blijven deze conclusie ondersteunen 3 4 5 6 7.Vroege studies naar de relatie tussen eerdere geïnduceerde abortus en het risico op borstkanker waren methodologisch gebrekkig. Meer rigoureuze recente studies tonen geen causaal verband aan tussen geïnduceerde abortus en een daaropvolgende toename van het risico op borstkanker.

You might also like

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.