samenvatting: korte termijn stability or test-hertest reliability of self-reported personality traits is likely to be bias if the respondent is affected by a depressive or anxiety state. Echter, in sommige studies, DSM-georiënteerde zelf-gerapporteerde instrumenten hebben bewezen redelijk stabiel te zijn op de korte termijn, ongeacht co-voorkomende depressieve of angststoornissen. In dit onderzoek onderzochten we de betrouwbaarheid van een nieuwe vragenlijst voor de diagnose van persoonlijkheidsstoornis (DIP-Q) op korte termijn, op basis van een klinische steekproef van 30 personen, die ofwel een depressieve, een angststoornis of geen axis-I-stoornis hadden. Test-hertest scorings van proefpersonen met depressieve stoornissen waren meestal instabiel, met een significante verandering in de criteria voldaan tussen binnenkomst en hertest voor drie van de tien persoonlijkheidsstoornissen: borderline, avoidant en obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Scorings van proefpersonen met angststoornissen waren onstabiel alleen voor cluster C en afhankelijke persoonlijkheidsstoornis items. In afwezigheid van comorbide depressieve of angststoornissen, toonden de gemiddelde dimensionale scores van DIP-Q geen significante verschillen tussen entry en hertest. Over het geheel genomen was het effect van state op trait scorings matig en wordt geconcludeerd dat de betrouwbaarheid van de test-hertest voor DIP-Q aanvaardbaar is.