Michel Fokine, oorspronkelijke naam Mikhail Mikhaylovitsj Fokine, (geboren op 23 April 1880, Sint—Petersburg, Rusland-overleden Aug. 22, 1942, New York City), danser en choreograaf die het 20ste-eeuwse klassieke balletrepertoire diepgaand beïnvloedde. In 1905 componeerde hij de solo The Dying Swan voor de Russische ballerina Anna Pavlova. Als choreograaf voor de balletten Russes van impresario Serge Diaghilev van 1909 tot 1914 creëerde hij L ‘ Oiseau de feu (1910; De Vuurvogel) en Petroesjka (1911).Fokine werd geboren in een welvarend middenklasse gezin en ging in 1889 naar de keizerlijke balletschool in het Mariinsky Theatre, waar hij zich onderscheidde voor de breedte van zijn Interesses en studies. Fokine was niet alleen getalenteerd als danser, maar ook als student van muziek en schilderkunst. Hij had een frisse en onderzoekende houding ten opzichte van alles wat verband houdt met het ballet en begon al vroeg om choreografie te plannen, passende muziek te zoeken in de schoolbibliotheek, en ontwerpen te schetsen. Zijn ontwikkeling als danser—hij debuteerde op zijn 18e verjaardag bij het keizerlijke Russische Ballet—ging gepaard met zijn ontwikkeling als choreograaf en ontwerper.In 1904 schreef hij het scenario voor zijn eerste ballet, dat gebaseerd was op de oude Grieks-Romeinse legende van Daphnis en Chloe. Hij stuurde het naar de directeur van het Imperial Theatre met een notitie over hervormingen die hij door choreografen en producenten wilde laten adopteren. Zijn kruistocht voor artistieke eenheid in ballet was al begonnen, maar in dit stadium maakte het weinig impact. Hij werd niet aangemoedigd om Daphnis et Chloé te produceren (hij creëerde het later, in 1912, voor Diaghilev).Hoewel hij in Sint-Petersburg niet in staat was om zijn geloof uit te voeren, begon hij toch als choreograaf te werken. Zijn eerste ballet, gemaakt in 1905 voor uitvoering door zijn leerlingen, was Acis et Galatée, gebaseerd op een oude Siciliaanse legende. Fokine ‘ s enthousiasme voor de oudheid had niets te maken met de “vrije dans” ideeën van de Amerikaanse danseres Isadora Duncan, hoewel haar verschijning in Rusland in 1905 zijn eigen opvattingen sterk consolideerde. In 1905 componeerde hij ook de korte solo The Dying Swan voor de Russische ballerina Anna Pavlova. Hij bleef balletten maken en drie van zijn Mariinsky-werken werden opgenomen in herziene versies in het gedenkwaardige seizoen van de balletten Russes die Diaghilev in Parijs in 1909 arrangeerde: Le Pavillon d ‘Armide, Une Nuit d’ Égypte (Cléopâtre) en Chopiniana (Les Sylphides).
de woordenschat van het klassieke ballet is enorm uitgebreid sinds Fokine ‘ s dag, en latere toeschouwers hebben soms het gevoel dat zijn choreografie gedateerd is. Die van zijn balletten die nog in productie zijn, hebben onvermijdelijk te lijden gehad van vervorming. Hij was zich er zelf van bewust dat dit zou gebeuren. “Hoe langer een ballet in het repertoire bestaat, zo schreef hij in zijn memoires, hoe verder het afwijkt van de oorspronkelijke versie. . . . Na mijn dood zal het publiek, kijkend naar mijn balletten, denken ‘ wat een onzin Fokine opgevoerd! “