kunstmatige zoetstoffen worden toegevoegd aan een grote verscheidenheid aan voedingsmiddelen, dranken, geneesmiddelen en hygiëneproducten. Sinds hun introductie hebben de massamedia bericht over potentiële risico ‘ s op kanker, wat heeft bijgedragen aan het ondermijnen van het gevoel van veiligheid van het publiek. Men kan ervan uitgaan dat elke burger van westerse landen kunstmatige zoetstoffen gebruikt, al dan niet bewust. Een kankeropwekkende werking van een van deze stoffen zou een gezondheidsrisico voor een hele bevolking betekenen. We hebben verschillende PubMed zoekopdrachten uitgevoerd in de Nationale Bibliotheek van de geneeskunde voor artikelen in het Engels over kunstmatige zoetstoffen. Deze artikelen omvatten “eerste generatie” zoetstoffen zoals sacharine, cyclamaat en aspartaam, evenals “nieuwe generatie” zoetstoffen zoals acesulfaam-K, sucralose, alitaam en neotaam. Epidemiologische studies bij mensen vonden geen blaaskanker-inducerende effecten van sacharine en cyclamaat die waren gemeld uit dierstudies bij ratten. Ondanks een aantal nogal onwetenschappelijke veronderstellingen, is er geen bewijs dat aspartaam kankerverwekkend is. Case-control studies toonden een verhoogd relatief risico van 1,3 voor zwaar kunstmatig zoetstofgebruik (geen specifieke stoffen gespecificeerd) aan van >1,7 g/dag. Voor zoetstoffen van de nieuwe generatie is het nog te vroeg om epidemiologische gegevens over mogelijke carcinogene risico ‘ s vast te stellen. Aangezien veel kunstmatige zoetstoffen in de huidige producten worden gecombineerd, is het carcinogene risico van één enkele stof moeilijk in te schatten. Volgens de huidige literatuur lijkt het mogelijke risico van kunstmatige zoetstoffen om kanker te veroorzaken echter verwaarloosbaar.