wanneer we de namen van bijbelse karakters in Hebreeën analyseren, kunnen we dingen waarderen die niet in vertaling te zien zijn. Bijvoorbeeld, het verhaal van Jacob, die later bekend werd als ” Israël.”
Jakobs Hebreeuwse naam (Yakov) was verwant aan het woord” hiel ” (akev). Weet je nog toen baby Esau voor het eerst naar buiten kwam, kon de vroedvrouw het niet geloven: zijn broer hield Esau bij zijn hiel, niet bereid om hem te laten gaan. Toen hij de jongen zijn broer bij de hiel zag grijpen, noemden Rebekka en Isaak hem Yaakov (Jacob).Jakobs geboorte definieerde zijn leven totdat hij een andere gebeurtenis van groter belang tegenkwam-de persoonlijke ontmoeting met een zeer speciale boodschapper. Hij staat in de Bijbel bekend als De Engel van Jehovah (Gen.32).
net als bij zijn geboorte klampte ook Jacob zich stevig vast aan iemand anders. Ditmaal niet aan zijn oudste broeder, maar aan den Engel des HEEREN zelf.
Jacob eiste dat hem uiteindelijk iets zou worden gegeven dat hij als kind niet had – de krachtige zegen die hij zo gewaardeerd en hartstochtelijk verlangde. Toen hij Jakobs volharding en zijn uiterste inzet zag, gaf de Engel van de Heer zijn verzoek in en zegende hem.
om aan te tonen dat er een echte verandering in Jakobs leven was. De engel van Jehovah gaf Jakob een nieuwe volle naam-Yesrael (Israël). De sleutel tot het begrijpen van dit is verborgen in deze namen met betekenis oorspronkelijk in het Hebreeuws.
het woord yiSRaEL is verwant aan het bijbelse Hebreeuwse werkwoord lesprot, dat in het Hebreeuws betekent om in deze context invloed uit te oefenen, met God zelf (Gen.32: 30). Zo belangrijk was deze gebeurtenis in de geschiedenis van de wereld dat de natie afstamde van Abraham, Isaak en Jacob werd vernoemd naar deze bijzondere ontmoeting. Deze nakomelingen zullen altijd bekend staan als het volk van Israël, het volk dat met God strijdt.